5 fabels over sporten

Fabel 1: Krachttraining op apparaten is beter dan krachttraining zonder apparaten

Een van de meest gehoorde misverstanden over sporten, is dat krachttraining op apparaten beter is dan trainen zonder apparaten. Trainen met losse gewichten of sporten met je eigen lichaamsgewicht is echter minstens zo effectief. Als je bewegingen zelfstandig moet uitvoeren, komt daar namelijk veel meer coördinatie en balans bij kijken dan wanneer een apparaat ze van je overneemt. Hierdoor worden vele kleine hulpspieren aan het werk gezet en verbetert je functionele kracht. Daarnaast kun je zonder apparaten grotere bewegingen maken, terwijl je met een apparaat vaak slechts een geïsoleerde spiergroep traint. Aan de andere kant is het zo dat krachttraining met apparaten erg veilig is en de kans op blessures verkleint. Als beginner is het daarom best handig af en toe op een apparaat te trainen. Wanneer je de bewegingen eenmaal onder de knie hebt, is trainen met je eigen lichaamsgewicht en losse gewichten echter onmisbaar in je trainingsschema!

Fabel 2: Als je je buik traint, verbrand je vet op je buik

Plaatselijk vet verbranden is helaas een mythe. Je kunt het vet op je buik dus niet verbranden door je buikspieren te trainen. Om buikvet te verbranden, moet je je hele lichaam aanpakken. Het beste resultaat behaal je door een combinatie van beter eten en meer bewegen. Kies voor een gezond voedingsschema en een workout die je leuk vindt en goed vol kunt houden; bijvoorbeeld krachttraining, cardio, of een combinatie van deze twee. Wat je ook kiest, sla je buikspieren in geen geval over. Hoewel ze het vet op je buik niet laten verdwijnen, zijn buikspieroefeningen erg belangrijk voor je houding en functionele kracht. En als dat laagje vet eenmaal verdwenen is, zorgen ze dat je buikspieren nog beter zichtbaar zijn!

Fabel 3: Alleen cardio is genoeg om af te vallen

Veel mensen denken dat het afwerken van langdurige cardio-oefeningen volstaat om af te vallen. Hoewel je met dit type training inderdaad veel calorieën verbrand, is afvallen met cardio alleen vaak niet doeltreffend. De calorieën die je kwijt bent geraakt door je in het zweet te werken, eet en drink je er namelijk net zo gemakkelijk weer aan. Het is dus ook belangrijk te letten op wat en hoe veel je eet; bijvoorbeeld met een op maat gemaakt voedingsschema. Daarnaast zijn andere vormen van training minstens net zo geschikt om af te vallen. Door krachttraining vergroot je bijvoorbeeld je spiermassa, waardoor je vetmassa afneemt en je ook in rust meer calorieën verbrandt. Effectief afvallen doe je dus het best met een combinatie van cardio, krachttraining en voeding.

Fabel 4: Hoe meer je zweet, hoe meer vet je verbrandt

Dat je meer afvalt als je veel zweet tijdens het sporten, is ook een hardnekkig misverstand. Zweten zegt weliswaar het een en ander over de intensiteit van je training, maar niet alles. Het is vooral een teken dat je lichaam de temperatuur op peil probeert te krijgen. Als je met drie lagen training gaat hardlopen, zweet je daarom meer dan als je hetzelfde doet in luchtige sportkleding. Ook tijdens krachttraining zweet je vaak minder dan tijdens een cardio-sessie, terwijl het niets zegt over het aantal calorieën of de hoeveelheid vet die je verbrandt. Als je grote hoeveelheden zweet verliest, is dit wel zichtbaar op de weegschaal. Helaas is dit effect maar zeer tijdelijk: wanneer je je flesje water leeg gedronken hebt, zit het gewicht er meestal alweer aan.

Fabel 5: Hoe vaker je sport, hoe beter

Vaker sporten is niet altijd beter. Als je veel sport, heeft je lichaam ook rust nodig om te herstellen. In een goed trainingsschema is daarom ook altijd voldoende rust ingebouwd. Dit kan bijvoorbeeld door een rustdag in te lassen, of voldoende te variëren in de training. Door iedere dag een andere spiergroep te trainen of een ander soort workout te doen, kan je gezond iedere dag sporten. Varieer je niet genoeg en neem je te weinig rust, dan liggen overbelasting en blessures op de loer.