Hoe gaat het met je goede voornemens?

Vaak stellen we goede voornemens op zonder er echt over na te denken. Zinnen zoals ‘Ik wil meer sporten’, ‘Ik wil gezonder eten’ of ‘Ik wil afvallen’ komen elk jaar weer voorbij. Maar hoe houd je het vol? John Berardi, bewegingspsycholoog en biochemicus op het gebied van voeding, heeft daarom een formule ontwikkeld waarmee je jouw doelen tot een succes kunt maken.

Stap 1: Focus je niet op de uitkomst, maar op je gedrag

Vaak als je iemand om zijn doelen vraagt krijg je antwoorden zoals ‘Ik wil X kilo afvallen’ of ‘Ik wil een marathon lopen’. Supermooie doelen natuurlijk! Maar die hebben net wat meer liefde nodig. Je wilt je namelijk niet alleen op het einddoel focussen.

De uitkomst ligt namelijk niet binnen onze controle. Misschien krijgt je het te druk, je kind wordt ziek of je ouders hebben extra zorg nodig. En heeft weer invloed op de uitkomst. Focus je daarom op het gene waar je wél controle over hebt: hoe je er komt.

Door zogenoemde gedragsdoelen op te stellen zorg je dat je elke dag een stapje dichterbij jouw hoofddoel komt.

Zo doe je het:

1. Schrijf één uitkomst op die je wil behalen

2. Bedenk welke vaardigheden je daarvoor nodig hebt. Als je bijvoorbeeld beter wil omgaan met je tijd, dan moet je een agenda leren gebruiken

3. Bedenk bij elke vaardigheid een paar gedragsdoelen die je elke dag kunt doen, zoals: je sportkleding ’s avonds alvast klaarleggen, stoppen met eten als je vol zit, jezelf belonen met een lekkere kop thee en een goed boek als je hebt gesport of naar werk fietsen in plaats van met de auto

4. Blijf deze gedragsdoelen elke dag volhouden. En onthoud: als het één dag niet lukt, geen dan niet op. Zie elke dag als een schone lei.

Stap 2: Maak in plaats van ‘Ik mag niet’ doelstellingen, ‘Ik mag iets anders wel’ doelstellingen

Het blijkt dat wanneer je jezelf iets verbiedt, je onderbewustzijn datgene alleen maar harder wil. Je moet dan een hele sterke wil hebben om dat vol te houden. Daarom is stoppen met roken ook zo lastig!

Een andere benadering is om tegen jezelf zeggen ik ga het vanaf nu anders doen. In plaats van dat je jezelf frisdrank verbiedt, zeg je tegen jezelf: ‘Ik mag iedere dag beginnen met het drinken van een glas water. En bij iedere maaltijd drink ik er ook één’. De kans is dan veel groter dat je ook tussendoor kiest voor een gezonder alternatief dan frisdrank.

Hoe pak je dit aan?

1. Schrijf je ‘slechte gewoonte’ op

2. Schrijf één of twee ‘goede gewoontes’ op die deze kunnen vervangen

3. Schrijf een hulpdoel op die je goede gewoontes support. Zoals elke ochtend alvast een glas bij de kraan neerzetten of

4. Schrijf op hoe dit doel je gaat helpen

5. Blijf onderzoeken wat voor jou werkt. Is water in plaats van frisdrank drinken toch nog een stap te ver? Probeer dan eerst water met een smaakje of met bubbels. Blijf proberen wat het beste voor jou werkt!