10 fabels over slaap (en waarom ze niet kloppen)

Met behulp van 4,337 deelnemers, kreeg Calm het voor elkaar om de top 10 meest voorkomende fabels over slaap te bepalen, om zo mensen overal beter te laten slapen.

“Er zijn zo veel fabels over slaap, maar we wilden weten waar mensen écht in geloven”, zegt Michael Action Smith, medeoprichter van Calm.

“Sommige fabels kunnen geen kwaad, maar sommige zijn juist extreem gevaarlijk”, zegt Alex Tew, medeoprichter van Calm adds.

Hieronder de tien fabels over slaap die mensen wereldwijd dus echt geloven en ontdek waarom ze niet kloppen.

Slaap fabel nummer 1

Fabel: 56 procent van de deelnemers gelooft dat het omlaag doen van je autoramen of het kouder zetten van de airconditioning helpt bij het wakker blijven wanneer je autorijdt.

Waarom het niet klopt: Deze oplossingen zijn ineffectief en gevaarlijk, zegt the National Sleep Foundation. Hiervoor in de plaats kun je beter op een veilige plek stoppen en een powernap doen van 15 tot 45 minuten.

Slaap fabel nummer 2

Fabel: 48 procent van de deelnemers gelooft dat wanneer je slaapt, je hersenen eindelijk tot rust komen.

Waarom het niet klopt: Je lichaam komt misschien tot rust tijdens het slapen, maar de hersenen blijven actief, laden op en blijven lichaamsfuncties regelen, legt the National Sleep Foundation uit.

Slaap fabel nummer 3

Fabel: 50 procent van de deelnemers gelooft dat je nooit een slaapwandelaar moet wakker maken.

Waarom het niet klopt: Een slaapwandelaar kan zichzelf in groot gevaar brengen, dus deze persoon wakker maken is heel belangrijk. Experts raden aan om een slaapwandelaar terug naar bed te begeleiden.

Slaap fabel nummer 4

Fabel: 48 procent van de deelnemers gelooft dat je alleen droomt tijdens een hele diepe slaap.

Waarom het niet klopt: Je kunt in elke fase van slaap dromen, legt het National Institute of Neurological Disorders and Stroke uit. Echter, zijn dromen wel het meest levendig tijdens de REM-slaap (dit staat voor: Rapid Eye Movements/snelle oogbewegingen), welke voorkomen tijdens een lichtere slaapcyclus.

Slaap fabel nummer 5

Fabel: 31 procent van de deelnemers gelooft dat wanneer je moeite hebt met in slaap komen, je het beste in bed kunt blijven liggen.

Waarom het niet klopt: Als je al voor meer dan 20 minuten probeert in slaap te komen, adviseert the National Sleep Association om een andere rustgevende activiteit ergens anders in het huis te doen. Denk aan lezen of muziek luisteren. In bed blijven wanneer je niet kunt slapen creëert een ongezonde link tussen je bed en het wakker zijn.

Slaap fabel nummer 6

Fabel: 30 procent van de deelnemers gelooft dat je elk jaar een paar spinnen inslikt tijdens je slaap.

Waarom het niet klopt: Je zult blij zijn, want huisspinnen zijn eerder bang voor een slapend persoon, dan dat ze er in ééntje willen rondkruipen, zegt Tuck.

Slaap fabel nummer 7

Fabel: 21 procent van de deelnemers gelooft dat je slaap kunt inhalen in het weekend.

Waarom het niet klopt: Desondanks het best logisch klinkt, bewijst een recent onderzoek, gepubliceerd in Current Biology, dat het proberen om je slaaptekort in het weekend goed te maken geen zin heeft. In plaats daarvan kun je doordeweeks beter streven naar een consistente bedtijd.

Slaap fabel nummer 8

Fabel: 20 procent van de deelnemers gelooft dat alcohol drinken voor het slapen helpt om beter te kunnen slapen.

Waarom het niet klopt: Desondanks de populariteit van het slaapmutsje, legt the National Sleep Foundation uit dat alcohol drinken voor je naar bed gaat het aantal keren dat je ’s nachts wakker wordt kan verhogen.

Slaap fabel nummer 9

Fabel: 17 procent van de deelnemers gelooft dat snurken niet schadelijk is.

Waarom het niet klopt: In sommige gevallen kan snurken een teken zijn van een serieuze slaapstoornis, genaamd slaap apneu, legt the National Sleep Foundation uit. Let hier vooral op wanneer het snurken gepaard gaat met vermoeidheid gedurende de dag.

Slaap fabel nummer 10

Fabel: 15 procent van de deelnemers gelooft dat wanneer je kaas eet voor je gaat slapen, je meer kans hebt op een nachtmerrie.

Waarom het niet klopt: Buiten dat er geen bewijs om dit bizarre fabel te ondersteunen, zou het zo zijn dat het eten van kaas voor je naar bed gaat, je kan helpen om beter te kunnen slapen. Kaas bevat namelijk tryptofaan, dit is een aminozuur dat het lichaam helpt om serotonine te produceren – en serotonine zorgt er weer voor dat je beter kunt slapen.

Bron: mydomaine